De of het engageren?
Het engageren
Is het de of het engageren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het engageren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: engage
Deutsch: engagieren | Bekijk of het der of die engagieren is.
Français: engager | Bekijk of het Le o La engager is.
Jou of jouw: jouw engageren
Buigings-e:
Mooi of mooie engageren
Groot of grote engageren
Half of halve engageren
Grappig of grappige engageren
Leeg of lege engageren
leuk of leuke engageren
Vet of vette engageren
Snel of snelle engageren
Wit of witte engageren
Klein of kleine engageren
Rood of rode engageren
Dik of dikke engageren
Oud of oude engageren
Goed of goede engageren
Wat rijmt er op engageren
Elk of elke: Elk engageren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat engageren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons engageren
Wat rijmt er op engageren
Buigings-e:
Mooi of mooie engageren
Groot of grote engageren
Half of halve engageren
Grappig of grappige engageren
Leeg of lege engageren
leuk of leuke engageren
Vet of vette engageren
Snel of snelle engageren
Wit of witte engageren
Klein of kleine engageren
Rood of rode engageren
Dik of dikke engageren
Oud of oude engageren
Goed of goede engageren
Wat rijmt er op engageren
Elk of elke: Elk engageren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat engageren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons engageren
Wat rijmt er op engageren
Oefening van de dag