De of het electoraat?
Het electoraat
Is het de of het electoraat
In de Nederlandse taal gebruiken wij het electoraat.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: electorate
Deutsch: Wählerschaft | Bekijk of het der of die Wählerschaft is.
Français: électorat | Bekijk of het Le o La électorat is.
Jou of jouw: jouw electoraat
Buigings-e:
Mooi of mooie electoraat
Groot of grote electoraat
Half of halve electoraat
Grappig of grappige electoraat
Leeg of lege electoraat
leuk of leuke electoraat
Vet of vette electoraat
Snel of snelle electoraat
Wit of witte electoraat
Klein of kleine electoraat
Rood of rode electoraat
Dik of dikke electoraat
Oud of oude electoraat
Goed of goede electoraat
Wat rijmt er op electoraat
Elk of elke: Elk electoraat
Aanwijzend voornaamwoord: Dat electoraat
Bezittelijk voornaamwoord: Ons electoraat
Wat rijmt er op electoraat
Buigings-e:
Mooi of mooie electoraat
Groot of grote electoraat
Half of halve electoraat
Grappig of grappige electoraat
Leeg of lege electoraat
leuk of leuke electoraat
Vet of vette electoraat
Snel of snelle electoraat
Wit of witte electoraat
Klein of kleine electoraat
Rood of rode electoraat
Dik of dikke electoraat
Oud of oude electoraat
Goed of goede electoraat
Wat rijmt er op electoraat
Elk of elke: Elk electoraat
Aanwijzend voornaamwoord: Dat electoraat
Bezittelijk voornaamwoord: Ons electoraat
Wat rijmt er op electoraat
Oefening van de dag