De of het eedgenoot?
De eedgenoot
Is het de of het eedgenoot
In de Nederlandse taal gebruiken wij de eedgenoot.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: confederate
Deutsch: Eidgenosse | Bekijk of het der of die Eidgenosse is.
Français: confédéré | Bekijk of het Le o La confédéré is.
Jou of jouw: jouw eedgenoot
Buigings-e:
Mooi of mooie eedgenoot
Groot of grote eedgenoot
Half of halve eedgenoot
Grappig of grappige eedgenoot
Leeg of lege eedgenoot
leuk of leuke eedgenoot
Vet of vette eedgenoot
Snel of snelle eedgenoot
Wit of witte eedgenoot
Klein of kleine eedgenoot
Rood of rode eedgenoot
Dik of dikke eedgenoot
Oud of oude eedgenoot
Goed of goede eedgenoot
Wat rijmt er op eedgenoot
Elk of elke: Elke eedgenoot
Aanwijzend voornaamwoord: Die eedgenoot
Bezittelijk voornaamwoord: Onze eedgenoot
Wat rijmt er op eedgenoot
Buigings-e:
Mooi of mooie eedgenoot
Groot of grote eedgenoot
Half of halve eedgenoot
Grappig of grappige eedgenoot
Leeg of lege eedgenoot
leuk of leuke eedgenoot
Vet of vette eedgenoot
Snel of snelle eedgenoot
Wit of witte eedgenoot
Klein of kleine eedgenoot
Rood of rode eedgenoot
Dik of dikke eedgenoot
Oud of oude eedgenoot
Goed of goede eedgenoot
Wat rijmt er op eedgenoot
Elk of elke: Elke eedgenoot
Aanwijzend voornaamwoord: Die eedgenoot
Bezittelijk voornaamwoord: Onze eedgenoot
Wat rijmt er op eedgenoot
Oefening van de dag