De of het dna-sequentie?
De dna-sequentie
Is het de of het dna-sequentie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de dna-sequentie.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: DNA sequence
Jou of jouw: jouw dna-sequentie
Buigings-e:
Mooi of mooie dna-sequentie
Groot of grote dna-sequentie
Half of halve dna-sequentie
Grappig of grappige dna-sequentie
Leeg of lege dna-sequentie
leuk of leuke dna-sequentie
Vet of vette dna-sequentie
Snel of snelle dna-sequentie
Wit of witte dna-sequentie
Klein of kleine dna-sequentie
Rood of rode dna-sequentie
Dik of dikke dna-sequentie
Oud of oude dna-sequentie
Goed of goede dna-sequentie
Wat rijmt er op dna-sequentie
Elk of elke: Elke dna-sequentie
Aanwijzend voornaamwoord: Die dna-sequentie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dna-sequentie
Wat rijmt er op dna-sequentie
Buigings-e:
Mooi of mooie dna-sequentie
Groot of grote dna-sequentie
Half of halve dna-sequentie
Grappig of grappige dna-sequentie
Leeg of lege dna-sequentie
leuk of leuke dna-sequentie
Vet of vette dna-sequentie
Snel of snelle dna-sequentie
Wit of witte dna-sequentie
Klein of kleine dna-sequentie
Rood of rode dna-sequentie
Dik of dikke dna-sequentie
Oud of oude dna-sequentie
Goed of goede dna-sequentie
Wat rijmt er op dna-sequentie
Elk of elke: Elke dna-sequentie
Aanwijzend voornaamwoord: Die dna-sequentie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dna-sequentie
Wat rijmt er op dna-sequentie
Oefening van de dag