De of het carrousel?
Het of de carrousel
Is het de of het carrousel
In de Nederlandse taal gebruiken wij beide lidwoorden voor carrousel.
Beide lidwoorden zijn mogelijk. Bekijk hier de lijst "Woorden met 2 lidwoorden"
Beide lidwoorden zijn mogelijk. Bekijk hier de lijst "Woorden met 2 lidwoorden"
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: carousel
Deutsch: Karussell | Bekijk of het der of die Karussell is.
Français: carrousel | Bekijk of het Le o La carrousel is.
Jou of jouw: jouw carrousel
Buigings-e:
Mooi of mooie carrousel
Groot of grote carrousel
Half of halve carrousel
Grappig of grappige carrousel
Leeg of lege carrousel
leuk of leuke carrousel
Vet of vette carrousel
Snel of snelle carrousel
Wit of witte carrousel
Klein of kleine carrousel
Rood of rode carrousel
Dik of dikke carrousel
Oud of oude carrousel
Goed of goede carrousel
Wat rijmt er op carrousel
Elk of elke: Elk of Elke carrousel
Aanwijzend voornaamwoord: Die en dat carrousel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons en onze carrousel
Wat rijmt er op carrousel
stoomcarrousel - fotocarrousel - instrumentencarrousel -
Buigings-e:
Mooi of mooie carrousel
Groot of grote carrousel
Half of halve carrousel
Grappig of grappige carrousel
Leeg of lege carrousel
leuk of leuke carrousel
Vet of vette carrousel
Snel of snelle carrousel
Wit of witte carrousel
Klein of kleine carrousel
Rood of rode carrousel
Dik of dikke carrousel
Oud of oude carrousel
Goed of goede carrousel
Wat rijmt er op carrousel
Elk of elke: Elk of Elke carrousel
Aanwijzend voornaamwoord: Die en dat carrousel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons en onze carrousel
Wat rijmt er op carrousel
stoomcarrousel - fotocarrousel - instrumentencarrousel -
Oefening van de dag