De of het buurtsupermarkt?

De buurtsupermarkt

Is het de of het buurtsupermarkt

In de Nederlandse taal gebruiken wij de buurtsupermarkt.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: neighborhood supermarket
Deutsch: Supermarkt in der Nähe | Bekijk of het der of die Supermarkt in der Nähe is.
Français: supermarché à proximité | Bekijk of het Le o La supermarché à proximité is.

Jou of jouw: jouw buurtsupermarkt

Buigings-e:
Mooi of mooie buurtsupermarkt
Groot of grote buurtsupermarkt
Half of halve buurtsupermarkt
Grappig of grappige buurtsupermarkt
Leeg of lege buurtsupermarkt
leuk of leuke buurtsupermarkt
Vet of vette buurtsupermarkt
Snel of snelle buurtsupermarkt
Wit of witte buurtsupermarkt
Klein of kleine buurtsupermarkt
Rood of rode buurtsupermarkt
Dik of dikke buurtsupermarkt
Oud of oude buurtsupermarkt
Goed of goede buurtsupermarkt
Wat rijmt er op buurtsupermarkt

Elk of elke: Elke buurtsupermarkt
Aanwijzend voornaamwoord: Die buurtsupermarkt
Bezittelijk voornaamwoord: Onze buurtsupermarkt
Wat rijmt er op buurtsupermarkt

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat