De of het buitenlande?
De buitenlande
Is het de of het buitenlande
In de Nederlandse taal gebruiken wij de buitenlande.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: outside country
Jou of jouw: jouw buitenlande
Buigings-e:
Mooi of mooie buitenlande
Groot of grote buitenlande
Half of halve buitenlande
Grappig of grappige buitenlande
Leeg of lege buitenlande
leuk of leuke buitenlande
Vet of vette buitenlande
Snel of snelle buitenlande
Wit of witte buitenlande
Klein of kleine buitenlande
Rood of rode buitenlande
Dik of dikke buitenlande
Oud of oude buitenlande
Goed of goede buitenlande
Wat rijmt er op buitenlande
Elk of elke: Elke buitenlande
Aanwijzend voornaamwoord: Die buitenlande
Bezittelijk voornaamwoord: Onze buitenlande
Wat rijmt er op buitenlande
Buigings-e:
Mooi of mooie buitenlande
Groot of grote buitenlande
Half of halve buitenlande
Grappig of grappige buitenlande
Leeg of lege buitenlande
leuk of leuke buitenlande
Vet of vette buitenlande
Snel of snelle buitenlande
Wit of witte buitenlande
Klein of kleine buitenlande
Rood of rode buitenlande
Dik of dikke buitenlande
Oud of oude buitenlande
Goed of goede buitenlande
Wat rijmt er op buitenlande
Elk of elke: Elke buitenlande
Aanwijzend voornaamwoord: Die buitenlande
Bezittelijk voornaamwoord: Onze buitenlande
Wat rijmt er op buitenlande
Oefening van de dag