De of het boekverkoopster?
De boekverkoopster
Is het de of het boekverkoopster
In de Nederlandse taal gebruiken wij de boekverkoopster.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: book saleswoman
Deutsch: Buch Verkäuferin | Bekijk of het der of die Buch Verkäuferin is.
Français: livre vendeuse | Bekijk of het Le o La livre vendeuse is.
Jou of jouw: jouw boekverkoopster
Buigings-e:
Mooi of mooie boekverkoopster
Groot of grote boekverkoopster
Half of halve boekverkoopster
Grappig of grappige boekverkoopster
Leeg of lege boekverkoopster
leuk of leuke boekverkoopster
Vet of vette boekverkoopster
Snel of snelle boekverkoopster
Wit of witte boekverkoopster
Klein of kleine boekverkoopster
Rood of rode boekverkoopster
Dik of dikke boekverkoopster
Oud of oude boekverkoopster
Goed of goede boekverkoopster
Wat rijmt er op boekverkoopster
Elk of elke: Elke boekverkoopster
Aanwijzend voornaamwoord: Die boekverkoopster
Bezittelijk voornaamwoord: Onze boekverkoopster
Wat rijmt er op boekverkoopster
Buigings-e:
Mooi of mooie boekverkoopster
Groot of grote boekverkoopster
Half of halve boekverkoopster
Grappig of grappige boekverkoopster
Leeg of lege boekverkoopster
leuk of leuke boekverkoopster
Vet of vette boekverkoopster
Snel of snelle boekverkoopster
Wit of witte boekverkoopster
Klein of kleine boekverkoopster
Rood of rode boekverkoopster
Dik of dikke boekverkoopster
Oud of oude boekverkoopster
Goed of goede boekverkoopster
Wat rijmt er op boekverkoopster
Elk of elke: Elke boekverkoopster
Aanwijzend voornaamwoord: Die boekverkoopster
Bezittelijk voornaamwoord: Onze boekverkoopster
Wat rijmt er op boekverkoopster
Oefening van de dag