De of het bewapening?
De bewapening
Is het de of het bewapening
In de Nederlandse taal gebruiken wij de bewapening.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: armature
Jou of jouw: jouw bewapening
Buigings-e:
Mooi of mooie bewapening
Groot of grote bewapening
Half of halve bewapening
Grappig of grappige bewapening
Leeg of lege bewapening
leuk of leuke bewapening
Vet of vette bewapening
Snel of snelle bewapening
Wit of witte bewapening
Klein of kleine bewapening
Rood of rode bewapening
Dik of dikke bewapening
Oud of oude bewapening
Goed of goede bewapening
Wat rijmt er op bewapening
Elk of elke: Elke bewapening
Aanwijzend voornaamwoord: Die bewapening
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bewapening
Wat rijmt er op bewapening
herbewapening - hoofdbewapening - kernbewapening -
Buigings-e:
Mooi of mooie bewapening
Groot of grote bewapening
Half of halve bewapening
Grappig of grappige bewapening
Leeg of lege bewapening
leuk of leuke bewapening
Vet of vette bewapening
Snel of snelle bewapening
Wit of witte bewapening
Klein of kleine bewapening
Rood of rode bewapening
Dik of dikke bewapening
Oud of oude bewapening
Goed of goede bewapening
Wat rijmt er op bewapening
Elk of elke: Elke bewapening
Aanwijzend voornaamwoord: Die bewapening
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bewapening
Wat rijmt er op bewapening
herbewapening - hoofdbewapening - kernbewapening -
Oefening van de dag